De ontwikkeling van het Waaiermodel
Nu volgt een lange geschiedenis over het ontstaan van het Waaiermodel. Het gaat om 20 jaar ontwikkelgeschiedenis waarbij ik eerst alleen, maar later met studenten, opleidelingen en collega’s van de Universiteit Utrecht door kon gaan met ontwikkelen, innoveren, implementeren en evalueren. In de loop van die 20 jaar zijn er verschillende versies van ‘Waaierplaatjes’ ontstaan. Deze ‘Waaierplaatjes worden een voor een getoond en in de context geplaatst van de betreffende instelling. Mijn intentie om steeds meer ‘raak’ te kunnen schieten zal op die manier worden uitgelegd. Alle projecten leverden notities op waarbij ik samen met ontwikkelgroepen vooral gezocht heb naar wetenschappelijke onderbouwingen van het handelen. Aan de trainingen en het onderzoek dat gekoppeld was aan de methodiekontwikkelingen worden twee aparte hoofdstukken gewijd.
Wat zijn de ontwikkelstappen van het Waaiermodel?
Onderstaand overzicht toont een aantal uitwerkingen van het Waaiermodel. Zowel de ontwikkeling van het model als de aanpassing van het model aan de specifieke opdracht van de betreffende instelling is daarin zichtbaar. Vanaf 2000 tot 2020 werd de roep om methodisch werken in justitiële jeugdinrichtingen waar ik destijds werkzaam was luider.
2000-2004 Ontwikkeling Waaiermodel voor opvangafdeling JJI Eikenstein Zeist
Vanaf 2000 deed het competentiemodel (Slot, Spanjaard ‘Competentievergroting in de residentiële jeugdzorg) ook zijn intrede in de opvangafdeling van JJI Eikenstein-De Lindenhorst. De implementatie van het competentiemodel bracht me inzichten in de mogelijkheden, maar ook beperkingen van de methodiek voor de aanpak van jongeren in een opvanginrichting. De verblijfsduur van de jongeren in een JJI was onderling dermate verschillend dat het ingezette programma bij vele jongeren nog maar amper was opgestart als ze de instelling al weer (vaak plotseling) konden verlaten. Zie in bijgevoegd pdf een overzicht hiervan: verblijfsduur jongeren JJI. Bovendien maakte de status van opvang ons enigszins vleugellam, er was nauwelijks rapportage die aangrijpingspunten bood voor gerichte aanpak. Maar bovenal werd te weinig rekening gehouden met de belevingen van de jongeren en hun ouders. We hadden te weinig oog voor het feit dat zij juist vooral waren gefocust op de justitiële besluitvormingen waarvan ze zich volledig afhankelijk wisten. Er werden kansen gemist omdat ik zag dat juist hier de aangrijpingspunten zaten. Aandacht voor committent en een coöperatieve insteek heb ik vanaf het begin een belangrijke plaats gegeven binnen het Waaiermodel. Met het Waaiermodel zoals hierboven geschetst heb ik de kracht van het competentiemodel willen uitvergroten door het proces van de jongere in een juridische context te plaatsen.
Na mijn overstap naar de UU kon ik door mijn detachering naar het Ambulatorium werken aan de opzet van een forensische sectie, die we in de loop van de tijd hebben omgedoopt tot expertisecentrum. Instellingen klopten aan om een wetenschappelijke ondersteuning te bieden aan de methodiekontwikkeling. Het Waaiermodel bleek daarbij zeer helpend.
2007-2012 Methodiekontwikkeling en het Waaiermodel voor meisjes met loverboyproblematiek
-
2007-2008 Onderzoek opvattingen over methodisch werken.
Bij dit onderzoek kon ik mijn masterstagiaire Rosanne Jaspers betrekken die dit studiejaar bij het Ambulatorium stage liep in het kader van haar studie Pedagogische Wetenschappen.
Inmiddels is Rosanne gz-psycholoog.
Vanaf 2007 kreeg ik vanuit de Rading, een instelling voor jeugd-hulpverlening een reeks opdrachten. De eerste was oriënterend van aard. Mij was gevraagd om de opvattingen in kaart te brengen over methodisch werken met meiden die hulp ontvingen vanwege loverboyproblematiek. In de bijlage staat de samenvatting van dit onderzoek. Onderzoek Rading 2007 standpunt methodiek
Twee afdelingen van de instelling voor Jeugdhulpverlening De Rading in de provincie Utrecht stelden deze vraag. De samenwerking met Fides en Het Meidenhuis, twee leefgroepen die meisjes opvingen die te maken hadden met Loverboyproblematiek startte in 2008.
-
2008-2011 Methodiekontwikkeling behandelgroep voor meisjes met loverboyproblematiek Fides
Het Waaiermodel voor de behandeling van meisjes met loverboyproblematiek op de leefgroep van Fides
Met dit project startte de samenwerking met Marije de Hoogd, die onlangs was afgestudeerd aan de UU als Ontwikkelingspsycholoog.
Tijdens haar aanstelling binnen het expertisecentrum Forensische Jeugdzorg van het ambulatorium van de UU heeft Marije haar BIG-registratie als gz-psycholoog behaald.
Fides was het eerste project waarin we het Waaiermodel konden doorontwikkelen en toespitsen op de speciale doelgroep. Onze samenwerkingspartner vanuit Fides was Annemieke van Barneveld.
Fides is een open behandelgroep voor 9 meiden met loverboyproblematiek. Fides toonde vooral de sterke kanten bij de ‘socio-therapeutische- aanpak van de loverboyproblematiek. Later is dit binnen het Waaiermodel de kleur ‘rood’ gaan heten. Toch heeft het Waaiermodel veel ondersteuning geboden bij het methodisch werken. De aanpak in ‘rood’ werd gefaseerd en vanuit leertheoretische hoek zijn interventies die door de groepsleiding konden worden geboden in een zgn. ‘draaiboek’ uitgewerkt. Daarnaast werd de therapeutische invalshoek uitgebreid met een pedagogische insteek. Het met elkaar functioneren op de leefgroep, incidenten en wegloopgedrag reduceren maar bovenal een warm en begripsvol leefklimaat werd gezien als voorwaarde voor de effectiviteit van de socio-therapeutische interventies. Daarom is ‘blauw’ geïntroduceerd als de kleur waarmee de pedagogische invalshoek werd aangegeven. Zoals in alle waaiermodellen daarnaast is al in Fides vastgesteld dat voor een integrale benadering aandacht voor motivatie (paars), de ouders (groen) maar ook de andere professionele hulpverleners, waaronder school (geel) in het Waaiermodel moesten worden opgenomen.
De masterstudente Myrte Gerrits, die verbonden was aan het Ambulatorium heeft haar eindscriptie gewijd aan het theoretisch model. Op die manier kon aandacht worden besteed aan de wetenschappelijke fundering van het model zoals dat voor Fides was uitgewerkt. De bijgevoegde poster toont de onderzoeksbevindingen poster theoretisch model Fides
-
2011-2012 Methodiekontwikkeling Meidenhuis, crisisgroep
Het Waaiermodel voor de meidengroep, toegespitst op systematische gegevensverzameling ten behoeve van besluitvorming voor het vervolg.
Ook dit project heb ik ook met Marije de Hoogd uitgevoerd. De ordening die bij de behandelgroep was aangebracht om methodisch te kunnen werken, vormde het uitgangspunt voor de crisisgroep. Het Meidenhuis was eveneens een afdeling van de Rading, bestemd voor meiden met loverboyproblematiek. Maar hier ging het om een kortdurend verblijf met de bedoeling om tijdelijk te beschermen, maar vooral om de problematiek te verhelderen en daardoor te kunnen adviseren voor een passend vervolg. Bij het meidenhuis ontstond de volgende Waaier. De rode kleur die behandeling aangaf is vervangen door roze, waarmee we het diagnostisch proces wilden weergeven. Ook nu worden 2 fasen onderscheiden. Eerst de diagnostiek ten behoeve van onderkenning en eventueel verklaring ten behoeve van selectie. Daarna de toetsing van veranderingsgerichte hypothesen. Op die manier kon veranderen en diagnosticeren hand in hand gaan. Bij lange wachttijden op een vervolgplek hoefde het meisje niet ‘stil te staan’maar kon ze gericht werken aan verdere ontwikkeling die dan ook nauwlettend werd gemonitord. Dit is een van de principes van het Waaiermodel, deze is vooral gericht op procesdiagnostiek.

2013-2015 Methodiekontwikkeling Timon Crisis Centrum (TCC) met integratie Ambulante Spoedhulp (ASH)
Het Waaiermodel Timon werd uitgewerkt voor een programma van maximaal 5 weken ten behoeve van screening
Dit project is uitgevoerd samen met twee medewerkers van het Expertisecentrum Forensische Jeugdzorg van het Ambulatorium van de UU.
- Sanne Verhaaren, afgestudeerd bij de faculteit Pedagogische Wetenschappen aan de UU. Sanne heeft samen met Marije de gz-opleiding gevolgd t.b.v. haar BIGregistratie.
- Myrte Gerrits, was aanvankelijk stagiaire bij het Ambulatorium. Na haar afstuderen bij de faculteit Pedagogische Wetenschappen kreeg zij een aanstelling bij het Ambulatorium.
Ook Myrte heeft daar haar gz-opleiding gevolgd t.b.v. de BIG-registratie bij het Ambulatorium.
Vanuit Het Timon Crisiscentrum werd de vraag gesteld om binnen de crisisopvang een screeningsmodule te ontwikkelen. Het Waaiermodel werd doorontwikkeld en aangepast aan de opdracht nl. om de screening in een periode van max. 5 weken te laten plaatsvinden. Bij de uitwerking van het programma zijn vervolgens 2 aspecten van TCC geïntegreerd. Op de eerste plaats moest het ‘creditsysteem’ een plaats krijgen in de programmering. Dit is een systeem waarbij met ’tokens’ systematisch gewerkt kon worden aan leerdoelen; het was kort voordat wij met onze opdracht begonnen, ontwikkeld door Timon zelf. Maar vooral moest in het screeningsprogramma de rol van de ouders een speciale plek krijgen. De module ASH (Ambulante Spoedhulp) was al eerder uitgerold en aan ons de vraag om dat programma aan te vullen met een screeningsmodule waarbij de rol van de ouders zou moeten worden geïntegreerd. De ordening van het Waaiermodel maakte het mogelijk om een parallelprogramma voor de ouders te ontwikkelen. Zo bleek b.v. dat voor de besluitvorming over een plaatsing terug naar huis de ervaringen van de verloven een belangrijke bron was van gegevens verzameling. Ook was duidelijk dat er in veel gevallen sprake was van conflicten, waarbij de aanpak van de ouders zeker ook zou kunnen profiteren van conflicthanteringsvaardigheden. Medewerkers van ASH gaven ouders hiervoor aanwijzingen en dan was het interessant om te observeren in hoeverre de ouders ‘leerbaar’ waren. Om een idee te krijgen van zo’n aanpak is hier het pdf toegevoegd Conflicten oplossen
2016-2017 Lijn 5 , locatie Driehuis,
Methodiekontwikkeling voor residentiële behandeling van jongeren met een LVB.
het Waaiermodel van Lijn5, locatie Driehuis
Deze opdracht is uitgevoerd binnen de derde geldstroom van het departement Ontwikkelingspsychologie. Lijn5, locatie Driehuis is een van de locaties van Lijn5 die 24uurs zorg levert aan kinderen en jongeren met een verstandelijke beperkingen en die ernstige gedragsproblemen vertonen. Het Waaiermodel is verder uitgewerkt en de onderlinge samenwerking binnen de therapeutische aanpak kreeg meer aandacht. De onderverdeling van de socio-therapeutische behandeling in de drie pijlers ‘specialistische bejegening’, ‘specialistische aanpak’ en ‘complementaire samenwerking’ is ons ingegeven door het behandelaanbod dat Lijn5 wist te presenteren. Met name het onderscheid tussen ‘licht en donkerrood’ bood bij de programmabeschrijving bij lijn5 mogelijkheden tot verheldering. Over de specialistische bejegening (een van de pijlers binnen licht-rood) liep op het moment van ons project een wetenschappelijk onderzoek naar de communicatieve dialoog. Gerard Kocken was buitenpromovendus bij prof. Bram Orobio de Castro. De ontwikkeling van een programma voor jongeren met een LVB, rekening houdend met de ‘vijandige bias’ en het onderzoek naar de effecten was in volle gang. Onze samenwerking met lijn5, locatie Driehuis, maakte ons opnieuw duidelijk hoezeer de wederzijdse verrijking zijn werk kan doen als praktijkinstellingen samen optrekken met de wetenschappelijke instituten ten behoeve van ontwikkeling en innovatie.
Lijn 5 had dus veel ‘methodieken’. Er werd gewerkt met het competentiemodel en in 2017 werd gestart met de aanpak volgens de Non Violence Resistance (NVR). Maatschappelijk werk werd duidelijker verbonden aan de leefgroepen. Ook konden de jongeren voor therapeutische en/of psychiatrische behandeling terecht bij specialisten op het terrein of bij GGZ-instellingen. De vraag vanuit Lijn5 betrof vooral de integratie van de diverse aanpakken en de praktische vertaalslag naar de groepsleiding zodat deze zich professioneler kon profileren.
Over de trainingen en het onderzoek wordt verderop informatie gegeven. Hieronder volgt een beschrijving van de methodiekontwikkeling in twee stappen:
-
2016 Project I: Oriënterend project over het Waaiermodel.
Dit project is uitgevoerd, samen met Marije de Hoogd en Sanne Verhaaren.
Vanuit Lijn5 lokatie Driehuis was Francien Engelhard onze samenwerkerspartner en tevens kartrekker van de implementatie. Ook de trainingen werden samen met Francien gegeven.
In 2016 zijn met team 7 en 8 workshops georganiseerd met als doel om een groep daartoe geselecteerde medewerkers inzicht te geven in het Waaiermodel en het draagvlak af te tasten en te stimuleren. In de workshops werden zij ook uitgenodigd om het bestaand materiaal waarmee op de leefgroep werd gewerkt te ordenen en te vertalen in werkbladen. Op die manier kon de methodiek van het Waaiermodel tailor-made worden gemaakt voor de specifieke doelgroep: Jongeren met een LVG die vanwege ernstige gedragsproblematiek uit huis waren geplaatst. De laatste bijeenkomst werd breder gemaakt. Ook stafleden zoals de psycholoog, psychiater en kwaliteitsmedewerker namen deel aan de workshop. Duidelijk werd dat niet alleen de gerichtheid op het concrete handelen van belang was. Het ging uiteindelijk nog meer om het creëren van een breed draagvlak. En het verwoorden van de visie en uitgangspunten die ten grondslag lagen aan het methodisch werken met het Waaiermodel.
-
2017 Project 2: Vertaalslag naar de praktijk: Ontwikkeling draaiboeken per fase en toolkit per kleur.
Structuur van de waaier: Kleurdomeinen per fase als grondstructuur van het handelen
Het tweede project bij Lijn5 was een lijvig project dat een viertal producten opleverde:
Deze stap van de methodiekontwikkeling bestond uit het tot stand komen van een Toolkit (aanpakken geordend per kleur en refererend naar een theoretisch kader) en Draaiboeken (per fase en gericht op doelstellingen binnen het behandelproces).
Gwen Otten, die ook verbonden was aan de UU als junior-docent heeft aan de ontwikkeling van deze producten een belangrijke bijdrage geleverd. Karlijn Nijhof, student-assistent bij ontwikkelingspsychologie heeft gezorgd voor een overzichtelijke weergave van alle werkbladen die per fase konden worden ingezet.
De beide Masterstagiaires Ontwikkelingspsychologie Antoinette Enschede en Mary hebben veel materiaal ontwikkeld voor de toolkit. Op de foto is het volledige team te zien met Sanne en Marije als de 2 trainers en Ankie Menting als wetenschappelijk onderzoeker vanuit de UU. Ook studenten van pedagogische wetenschappen en ontwikkelingspsychologie hebben op onderdelen hun steentje bijgedragen.
Van links naar r echts: Antoinette Enschede, Marry Schreur, Sanne Verhaaren, ikzelf, Marije de Hoogd, Juul Tielens, Marjolein de Jonge, Ankie Menting, Gwen Otten en Karlijn Nijhof.
De uitdaging van dit tweede project bij Lijn5 bestond uit het maken van de praktische vertaalslag van de methodiek naar de praktijk. Centraal stond de ontwikkeling van een ’toolkit’ (aanpakken, geordend per kleur en uitgewerkt in werkbladen voor de jongeren en instructiebladeren en formats voor de groepsleiding. De draaiboeken die ook ontwikkeld werden dienden om aan te geven binnen welke kleuren er per fase moest worden gewerkt. Al het materiaal dat in de Toolkit werd verzameld moest worden afgestemd op de specifieke doelgroep met LVG-problematiek en daarom was de samenwerking met de medewerkers van lijn5, juist bij de ontwikkeling van deze producten zo belangrijk. De medewerkers van Lijn5 waren de experts; zij konden ons als methodiekontwikkelaars veel leren over de manier waarop hun jongeren zouden kunnen profiteren van het aanbod. Gesprekstechnieken aangepast aan LVG. CGT-oefeningen, opgedeeld in veel kleinere stappen. En wij konden onze visie delen over het belang van motivatie. Gebrek aan perspectief en overtuigingen dat het voor de jongeren nauwelijks haalbaar was om deel te nemen aan het maatschappelijk leven bleek ook bij de medewerkers zelf een rol te spelen. Paars was dus heel belangrijk. Maar ook het inzicht dat terugval in de fase van het Vertrek slechts het gevolg was van de last van het ‘afscheid nemen’ zorgde voor eye-openers waarvoor de medewerkers ons zelfs ‘dankbaar’waren.
Op de locatie was inmiddels een stevige ontwikkelgroep ontstaan die driftig aan de slag ging met het verder uitrollen van de Waaiermethodiek. Helaas kregen zij in de loop van 2019 te maken met reorganisatie en kwam het voorbestaan van de instelling steeds meer onder druk te staan. Zelfs de meest bevlogen voortrekkers moesten erkennen dat daarmee de aandacht voor de verdere vormgeving van de Waaiermethodiek naar de achtergrond bleek te verschuiven.
15 mei 2019 Het Handboek Residentieel Vakmanschap Uitgelicht
Al gedurende het traject bij Lijn5 was ik samen met de 2 co-auteurs Sanne Verhaaren en Marije de Hoogd gestart met het schrijven van een handboek. Het werd voor ons steeds duidelijker dat er een basisstuk moest liggen en dat van daaruit de ’tailor-made’-versies zouden moeten ontstaan. Uitgeverij SWP bleek meteen geïnteresseerd en heeft veel faciliteiten en ondersteuning geboden bij het uitbrengen van deze editie. Het bleek een mega-klus!
Het plaatje van de Waaier is nog een laatste keer gewijzigd. In het boek wordt hetzelfde waaierplaatje gebruik dat op deze website eerder is toegelicht.
Het Waaiermodel, publicatie Handboek SWP
Handboek Residentieel Vakmanschap Uitgelicht
Lees meer...
Ik ben persoonlijk veel dank verschuldigd aan prof.dr. Bram Orobio de Castro. Niet alleen vanwege zijn advies en steun aan mij waardoor het boek er uiteindelijk gekomen is. Maar ook omdat hij met name degene is geweest die met veel interesse maar ook met kritische feedback de hoofdstukken heeft doorgenomen. Het was daarom een prachtig moment toen ik bij mijn afscheid als docent aan de UU het eerste exemplaar van het handboek ‘Residentieel Vakmanschap Uitgelicht. Methodische werken met het Waaiermodel.’ kon overhandigen aan prof. dr. Bram Orobio de Castro (zie ook op deze website Publicaties). Ook bij de tot stand koming van deze publicatie (en het werkboek dat een half jaar klater volgde) heb ik weer studenten bereid gevonden om een bijdrage te leveren. Loulou Kapteijns en Janna Keulen wil ik in dit kader graag noemen.
Het mag duidelijk zijn dat de projecten die we hebben doorlopen arbeidsintensief waren. Echter in de periode dat deze projecten draaiden was het boek en werkboek nog niet op de markt. Het is niet voor niets dat we tijd vrij hebben willen maken om eerst te investeren in deze publicaties. Toepassingen van het Waaiermodel zullen dan makkelijker en overzichtelijker zijn. Mocht je er de komende tijd mee aan de slag willen gaan, dan kan je mij dat laten weten via het contactformulier dat op de pagina contact te vinden is. Contact
Welke trainingen zijn ontwikkeld over de toepassing van het Waaiermodel?
Op bijna alle locaties waarvoor we het Waaiermodel hebben doorontwikkeld en toegespitst, zijn trainingen georganiseerd. Voor Fides, Timon (TCC) en Lijn 5, locatie Driehuis werden in-company trainingen ontwikkeld. Dit waren alle keren de gelegenheden bij uitstek waarop we ‘ons ei kwijt konden’. Het reflecteren op de praktijk samen met de groepsleiding, het tonen van de ordening en het aanreiken van materiaal bleken voor vrijwel alle betrokkenen ‘een feestje’. Zelfs al moest de training worden afgesloten met een toets, die het geheel toch ook weer een beetje spannend maakte. Tegelijkertijd was de training voor velen ook zinvol in het kader van nascholingsactiviteiten. Veel deelnemers konden de training opvoeren voor de SKJ-registratie.
De Waaiertraining voor de groepsleiding van Fides in 2009:
Een tweedaagse training heeft een aantal doelen kunnen bereiken: De ordening van het Waaiermodel en het theoretisch model in rood kon worden uitgelegd. Vooral is echter ingezoomd op ‘Blauw’, het pedagogisch klimaat. De groepsleiding kon oefenen met aanpakken op basis van het A-B-C-schema. Ook werd inzicht gegeven in de coercieve opvoedstijl. Op basis van deze inzichten en ervaringen ontstond de motivatie om competentiegericht met de meiden te gaan werken. Ook de andere pijlers in blauw werden praktisch uitgewerkt. Een selectie van enkele sheets is in bijgevoegde pdf te vinden. selectie ppnt. training Fides Hoewel de training zich vooral heeft gericht op ‘Blauw’ hebben we het hierbij gelaten. De rest van het methodisch werken is samen met de groepsleiding verder uitgewerkt in een coachingsprogramma. Teamvergaderingen, behandelbesprekingen werden bijgewoond. Overdrachten werden doorgenomen. Op basis daarvan kon advies worden gegeven en worden meegewerkt aan nieuwe werkbladen in alle kleuren. Van dit proces van monitoring en bijsturing is een evaluatierapport gemaakt dat zal worden toegelicht bij de beschrijving van het Onderzoek.
De Waaiertraining voor de groepsleiding van Timon TCC en maatschappelijk werkers van ASH in 2011:
Deze training vroeg om een helder vertrekpunt. Op de eerste plaats moeten de deelnemers inzicht krijgen in het waarom van de methodiekontwikkeling. We willen niet dat een onderliggende gedachte bij de deelnemers blijft bestaan dat ze getraind moeten worden “omdat ze het niet goed deden!”. Daarom is uitleg gegeven aan de filosofie van de veranderingsgedachte: Vooruitgaan door stil te staan. De methodiekvernieuwing moet worden gezien als een uitdaging om zich te gaan onderscheiden! De focus moet worden verlegd naar de gezonde uitdaging. Dit deel van de training had een sterk interactief karakter. Toen overgegaan kon worden naar de ordening van het Waaiermodel konden we aan de slag gaan met een gemotiveerde groep, die openstond voor de uitleg. Het interactieve karakter was vervolgens weer belangrijk bij het samen zoeken naar de ordening van het handelen. Het crisisprogramma moest worden ingekort naar enkele weken en er moest samengewerkt worden tussen de groepsleiding en maatschappelijk werk. De vraag om een meer genuanceerde methodiekbeschrijving waarbij week voor week werd uitgelegd hoe er precies in de betreffende fasen per kleur gegevens moesten worden verzameld, zowel bij de jongeren als bij hun ouders kon in de training in grote lijnen worden toegelicht. Het project werd voortgezet doordat er een pilot werd uitgevoerd en er vanuit Timon trekkers werden aangewezen die hun collega’s konden meenemen in het werken volgens de methodiek van het Waaiermodel.
De Waaiertrainingen voor Lijn5, locatie Driehuis 2017:
Bij Lijn5 was het fundament voor het werken volgens het Waaiermodel gelegd in het jaar daarvoor. De workshops met een aantal groepsleiders van groep 7 en 8 en de workshop met de staf gaf voldoende steun aan de plannen om in het voorjaar van 2017 alle teams van Lijn5 locatie Driehuis te gaan trainen volgens het Waaiermodel. De tweedaagse training bood enerzijds ruimte om uitleg te geven over de aanpakken binnen de kleuren. Maar ook iedere deelnemer kon op de tweede dag een plan maken voor diens ‘mentorkind’ volgens de kleurenopbouw van het Waaiermodel. De vraag over de fase waarin de betreffende jongere zich volgens hen zou bevinden ging hier aan vooraf. Deze praktische vertaalslag maakte dat ook de deelnemers die uiteindelijk wat sceptischer stonden tegen de zoveelste plannen van Lijn5 om te werken aan methodiekvernieuwing zich positief uitlieten over het praktisch nut van de training. Niettemin spraken meerdere deelnemers hun zorg uit over de randvoorwaarden om met het Waaiermodel aan de slag te gaan. De werkbladen waar ze tijdens de training mee konden werken waren zeer welkom, waardoor besloten is om in de loop van het project veel aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de ‘Toolkit’ en de ordening van het materiaal in een Draaiboek. De training werd afgesloten met een toets. De certificaten dienden als bewijs van nascholing die door velen is ingediend in het kader van de SKJ-registratie. De training is geëvalueerd aan het eind ervan de tweede trainingsdag. In de bijlage is de enquête te lezen en worden de conclusies beschreven. Enquete en conclusies training Lijn5 Driehuis
De uitgebreide beschrijving van het aanbod dat eerder werd geleverd aan instellingen helpt om een beeld te krijgen van de producten & diensten die ik in de toekomst graag zou willen leveren. In company-trainingen en methodiekontwikkeling is daar een voorbeeld van. Maar ook trainingen (in het kader van post-master trajecten) wil ik in de nabije toekomst ontwikkelen. Zo zijn er al serieuze plannen om een cursus aan te gaan bieden voor CGW-ers: Cognitief Gedragstherapeutisch werkers. Lezingen & Trainingen Als je belangstelling hebt moet je me dat beslist laten weten. Op de contact pagina Contact vind je het formulier waarin je je vraag kenbaar kunt maken.
Welk onderzoek is er verricht over het Waaiermodel?
Bij de opdrachten om de methodiek te ontwikkelen aan de hand van het Waaiermodel hoorde vrijwel altijd een deelopdracht waarin men onderzocht wilde hebben wat de resultaten waren. De onderzoeksrapporten hebben in de loop der jaren een mooi overzicht kunnen bieden van interessante bevindingen.
Evaluatieonderzoek project Fides 2009
Van het coachingstraject bij Fides dat volgde op de training van de groepsleiding is uitgebreid verslag gedaan. In het rapport dat hierover werd uitgebracht zijn ook resultaten beschreven die verzameld zijn bij de meiden die met de Waaiermethodiek behandeld werden. Op het Internationale EFCAP-congres dat in 2012 in Berlijn is gehouden zijn deze bevindingen gepresenteerd. Bij de meisjes zijn een aantal klinische tests afgenomen. Ook hebben zij vragenlijsten ingevuld waarin gevraagd werd naar de ervaringen met de Waaiermethodiek op Fides. Ook aan de groepsleiding zijn deze vragen voorgelegd. Hoewel de resultaten overwegend getuigden van een grote tevredenheid en de wens werd uitgesproken om het zeker te continueren, waren er ook zorgelijke uitlatingen. De groepsleiding vreesde voor onvoldoende formatieruimte om op de voorgeschreven manier vorm te geven aan het handelen. Daarin leek het afbreukrisico te schuilen bij de uitvoering van de methodiek. Toch heeft Fides goed doorgezet. Onder de bevlogen leiding van Annemieke van Barneveld is er jarenlang gewerkt aan de doorontwikkeling van het Waaiermodel. Bij het 10-jarig bestaan van Fides twitterde zij: Twitter . In 2018 is een methodiekomschrijving ingediend bij het NJI om daarmee gekwalificeerd te worden als een methodiek die ’theoretisch bewezen is’. De aanvraag is nog niet gehonoreerd.
Evaluatieonderzoek project Timon 2011
Na een aantal pilots zijn bij TCC gegevens verzameld die de tevredenheid van de screening volgens de Waaiermethodiek in kaart moest brengen. Daarvoor zijn de jongeren bevraagd. Maar ook aan de ouders en aan de groepsleiding is gevraagd wat zij vonden van de Waaiermethodiek en de screeningsrapporten die op basis daarvan tot stand kwamen. In de evaluaties werd door de ouders en de jongeren vooral de transparantie van de tot stand koming van de rapportage en het advies gewaardeerd. Zij gaven aan dat dat meer vertrouwen schonk in het advies. Er was volgens hen sprake van een grotere bereidheid om het advies op te volgen. De groepsleiding die in de pilots hadden geparticipeerd vonden dat ze professioneler te werk konden gaan bij het opbouwen van een advies. Wel werd op basis van de evaluaties duidelijk dat niet alle groepsleiding affiniteit had om andere accenten te leggen binnen hun werk als groepsleiders. Zij werkten liever met de jongeren, dan dat zij tijd gingen investeren in het uitbrengen van een screeningsrapport. Timon heeft daarom besloten om te gaan differentiëren in taakstellingen. Zo kon er een betere match worden gemaakt tussen affiniteiten en competenties van de groepsleiding in de specialisaties binnen het groepswerk.
Onderzoek project Lijn5, locatie Driehuis 2017
Lijn 5 heeft in haar opdracht naar evaluatieonderzoek in eerste instantie de nadruk gelegd op een deugdelijke resultaatmeting. Het was belangrijk om vanaf het begin systematisch gegevens te verzamelen om de resultaten van de Waaiermethodiek op lijn 5 locatie Driehuis goed in kaart te brengen. Vanuit de UU kon dr. Ankie Menting participeren en begeleiding bieden bij de opzet van zo’n onderzoek. De onderzoeksopzet werd gemaakt aan de hand van de ordening van de aanpakken die in het Waaiermodel konden worden onderscheiden. Het model bleek ook hierbij dus helpend. Maar voordat het onderzoek kon worden opgestart moesten de jongeren en diens ouders worden geïnformeerd. Toestemming om deel te nemen is een noodzakelijk aspect van dergelijk onderzoek. Op dit punt ontstonden echter al vanaf het begin grote haperingen. Er kwamen weinig ondertekende toestemmingsformulieren terug. Uiteindelijk voor ons niet verbazingwekkend. De implementatie van de methodiek was nog maar nauwelijks opgestart. Het informeren van de ouders hierover en het schetsen van de implementatieplannen moet vooraf gaan aan een verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. De directie is hierover geïnformeerd. Tegelijkertijd werd voorgesteld om deze onderzoeksopdracht te wijzigen in een opdracht voor evaluatie-onderzoek. Dit voorstel is overgenomen. Bij groepsleiding zijn vragenlijsten afgenomen en ook zijn er interviews gehouden met de behandelcoördinatoren. Dat bleek haalbaar binnen de termijn van 5 maanden waarin het totale project bij lijn5 liep. De stuurgroep die vanaf najaar 2017 vorm heeft gegeven aan de verdere ontwikkeling en implementatie van het Waaiermodel heeft gebruik kunnen maken van de onderzoeksbevindingen.
Het onderzoek naar het Waaiermodel is nooit verder gekomen dan bovenbeschreven evaluatie-onderzoeken. Onderzoek naar de effectiviteit of naar werkzame mechanismen vraagt om een veel omvattender project aanpak. Subsidieaanvraag, b.v. bij ZonMw is daarvoor nodig. Zelf denk ik ook dat N=1 studies veel inzicht kunnen geven. Of wellicht zijn minder voor de hand liggende invalshoeken voor wetenschappelijk onderzoek beter passend. Wat te denken aan participatief actieonderzoek waarbij de doorontwikkeling van de methodiek hand in hand gaat met methodische, objectieve kennisverwerving. Mocht iemand belangstelling hebben om dit aan te willen pakken, dan ben ik uiteraard niet de instantie die daar vorm aan zou kunnen geven. Wel wil ik graag een bijdrage leveren aan de brainstorm over mogelijkheden om een dergelijk project van de grond te krijgen. Laat me via een formulier dat te vinden is op de contactpagina weten of je hierover van gedachten wil wisselen. Contact
Aan welke bredere oriëntaties van het Waaiermodel is ook gedacht?
De toepassing van het Waaiermodel binnen residentiële instellingen was het vertrekpunt van de ontwikkelingen van het Waaiermodel. Ook het boek is gewijd aan deze werksetting; het gaat over residentieel vakmanschap. Toch zijn er al vaker ideeën geweest om het model in een geheel andere context neer te zetten. Hier volgen twee uitstapjes. Het is niet meer dan dat. Maar wellicht toch een kiem voor verdere uitgroei in de toekomst.
Het Waaiermodel als frame voor preventieprogramma’s
Niet alleen bij curatieve trajecten, ook bij een preventieve interventie is sprake van een proces en is een combinatie van verschillende theoretische inzichten denkbaar. Binnen onze sectie op het Ambulatorium kwam de vraag binnen om na te denken over een ‘pedagogisch’ programma dat binnen de voetbalwereld zou kunnen worden aangeboden. Aanleiding was de constatering dat zo veel jonge voetballertjes last hadden van overgewicht.
Het Waaiermodel, internationaal inzetbaar?
Contacten op de UU met een buitenlandse promovendus heeft geleid tot een bezoek aan een jeugdgevangenis in Valencia Centro Jaume Primer. De promovendus was dat voorjaar in Utrecht en woonde een presentatie bij over het Waaiermodel op de UU. Zij besprak met mij de procedures die in Spanje werden uitgevoerd voor de jongeren die in een gevangenis terecht kwamen. En we zagen mooie verbindingsmodelijkheden met de Waaier.
Zij liet mij het volgende weten:
In Spain the procedure with the teenagers in a prison is this:
– Evaluate them with some instruments the first week that they stay in a institution
– Adapt and apply differents programs for improve their mental health or improve their social behaviour, the self-esteem, social habilities…
– The last week that they stay there before exit, we evaluate again with the same instruments that in the beginning.
Het leek ons een interessant om het Waaiermodel te presenteren in de jeugdgevangenis in de periode dat ik toch al in Valencia was. Ik kreeg daarop een uitnodiging van de directeur Salvador Capri en het werd een onvergetelijk bezoek.
De uitstapjes naar andere toepassingen van het Waaiermodel zijn hier genoemd om te prikkelen. Ik denk dat het model in veel meer situaties bruikbaar is. Hierboven zijn daarvan 2 voorbeelden gegeven. Maar het is bijvoorbeeld ook een hele uitdaging om dit model in te zetten binnen het onderwijs. Daar waar probleemleerlingen vragen om een daadkrachtige intensieve aanpak die moet zijn ingebed in de context. Als hier ideeën over zijn, of behoefte bestaat aan creatief meedenken kan dit kenbaar worden gemaakt. En zoals in het verslagje van het bezoek aan Valencia is te lezen sta ik ook open voor uitnodigingen om mee te denken aan methodieken in residentiële instellingen in het buitenland. Ook nu verwijs ik weer naar het formulier op de laatste contactpagina. Contact